1. Type dakbedekking

Het toegepaste type dakbedekking is de belangrijkste factor bij het bepalen van een geschikt dakelement. Voor een bepaald type dakbedekking kan er bijvoorbeeld een element met dampremmende laag nodig zijn of een element met harde bovenhuid. Door de toepassing van een bepaald type dakbedekking valt er al een groot aantal typen dakelementen af.

1) Geventileerde dakbedekkingen
Onder ventilerende dakbedekkingen worden dakbedekkingen verstaan waaronder ventilatie mogelijk is. De dakbedekking zelf kan dampopen of in een zekere mate dampdicht zijn. Voorbeelden:
Dakpannen
Een dak met een pannen dakbedekking kan worden aangemerkt als een dampopen constructie. Er is in deze situatie geen dampremmende laag nodig aan de onderzijde van de elementen (uitzondering: bij zwembaden of vochtige ruimten). Dakpannen kunnen worden gezien als een voldoende waterdichte dakbedekking. Eventuele kleine hoeveelheden lekwater kunnen eenvoudig door het dakelement worden afgevoerd. Bij flauwe dakhellingen (vaak ≤ 20°) kan de waterdichting van de pannen niet voldoende zijn. In deze gevallen is de toepassing van een waterkerende of waterdichte dampdoorlatende folie onder de pannen nodig. De keuze voor toepassing van een folie gebeurt in overleg met de pannenleverancier.
Leien
Het gaat hier om leien op leilatten. Dit type dakbedekking wordt als dampopen beschouwd, dus er is geen dampremmende laag nodig (uitzondering: bij zwembaden of vochtige ruimten). Er wordt net als bij dakpannen er van uitgegaan, dat de dakbedekking voldoende waterdicht is, zodat er geen aanvullende maatregelen onder de dakbedekking nodig zijn.
Zink, aluminium of koper
Metalen dakbedekkingen van zink, aluminium of koper zijn weliswaar geventileerd aangebracht, maar zijn vanwege de hoge dampdiffusie weerstand van het materiaal niet als dampopen te beschouwen. Daarom is de toepassing van een dampremmende laag onder de elementen noodzakelijk. Bovendien zullen de elementen, door condensatie aan het oppervlak van het metaal, vaak een bovengemiddelde hoeveelheid aan condenswater onder de dakbedekking moeten afvoeren. Vandaar wordt de toepassing van een waterkerende dampopen folie onder de dakbedekking geadviseerd. Indien de metalen dakbedekking wordt aangebracht op ruwe vurenhouten delen, wordt vocht gebufferd in deze delen en kan een folie vaak achterwege blijven
Gebonden riet
Het dekken van een dak met gebonden riet komt tegenwoordig minder vaak voor dan met geschroefd riet. Onder het rietpakket is een zekere mate van ventilatie mogelijk. De Vakfederatie Rietdekkers schrijft echter toch de toepassing van een dampremmende laag voor. Unilin volgt dit advies en zal altijd een dampremmende laag adviseren. Verder kan er ook een waterkerende dampopen folie worden geadviseerd om de dakelementen vooral tijdens de montagefase tegen weersinvloeden te beschermen.
Golfplaten
Afhankelijk van het materiaal zal een dampremmende laag aan de onderzijde van de dakelementen nodig zijn. Hetzelfde geldt voor de toepassing van een waterkerende dampopen folie ten behoeve van de afvoer van lek- en/of condenswater.

2) Niet-geventileerde dakbedekkingen
Niet-geventileerde dakbedekkingen worden direct op een dakelement aangebracht en zijn in verschillende mate dampdicht. Voorbeelden:
Geschroefd riet
Voor deze rieten dakbedekking is een harde bovenplaat benodigd waarop het riet kan worden vastgeschroefd. Deze bovenplaat moet minimaal 12 mm dik zijn. De verantwoordelijke rietdekker dient aan te geven of hij ten behoeve van de bevestigingen wellicht een dikkere plaat (18 mm) nodig acht. Bij toepassing van geschroefd riet is er aan de onderzijde van de dakelementen een dampremmende laag noodzakelijk, zoals door de Vakfederatie Rietdekkers wordt voorgeschreven.
Metalen dakbedekking
Deze dakbedekking wordt aangebracht op een gecomprimeerde laag minerale wol, een structuurmat of een waterkerende dampopen folie. Bij metalen dakbedekkingen is een dampremmende laag aan de onderzijde van de dakelementen noodzakelijk. Aan de bovenzijde van de elementen dient het condenswater op een goede manier afgevoerd te kunnen worden, bijvoorbeeld met behulp van een waterkerende dampopen folie. De genoemde structuurmat kan deze functie ook vervullen.

3) Gesloten dakbedekking
Gesloten dakbedekking wordt direct op de dakelementen aangebracht en is zeer dampdicht. Hierdoor worden er hoge eisen gesteld aan de dakelementen en de dampdichting.
Baanvormige of kunststof dakbedekking
Baanvormige (bitumen) dakbedekking of kunststof dakbedekking (PVC, EPDM) is zeer dampdicht. Om bij deze opbouw overmatige inwendige condensatie te voorkomen, dient de dampremmende laag aan de onderzijde volledig gesloten te zijn. Dit moet door de verwerker worden gegarandeerd. Unilin acht deze opbouw alleen toelaatbaar bij kleine daken, met eenvoudig af te dichten (aansluit-)naden. Bij grotere daken en bij daken met complexe aansluitingen is het zeer moeilijk om een gegarandeerd gesloten dampremmende laag aan de onderzijde te realiseren. Hierdoor is er een aanzienlijk risico aanwezig op inwendige condensatie. Unilin adviseert om bij grote en meer complexe werken een licht geïsoleerd dakelement toe te passen met een harde bovenhuid (zonder dampremmende laag), waarop in het werk een dampremmende laag wordt aangebracht. Op deze manier kan er op een dakvlak worden gewerkt dat vlak is, goed toegankelijk en zonder obstakels. De folie is over het gehele dakvlak, bij zorgvuldige verwerking van de folie, goed sluitend aan te brengen. Over de folie wordt een tweede laag isolatie aangebracht, die er voor zorgt dat het dauwpunt verder naar boven wordt verplaatst. De benodigde dikte van de extra isolatie is afhankelijk van de R-waarde van het toegepaste dakelement. De dikte wordt voor elke opbouw met behulp van een berekening bepaald. Vervolgens wordt de dakbedekking aangebracht. Deze opbouw is bouwfysisch gezien een veilige oplossing met weinig tot geen risico op inwendige condensatie in de elementen.
Vegetatiedaken
Voor de waterdichting van vegetatiedaken worden altijd gesloten dakbedekkingsystemen met een hoge dampdiffusie weerstand toegepast. Bij geïsoleerde daken is een dampremmende laag noodzakelijk om inwendige condensatie te voorkomen. Bij vegetatiedaken of sedumdaken moet extra aandacht worden besteed aan het voorkomen van damptransport in de constructie. De toepassing van een dakelement met een dampremmende laag aan de onderzijde voldoet bij een vegetatiedak niet. Meer informatie en adviespunten die Unilin heeft opgesteld, vindt u op voordelen en bouwadvies vegetatiedaken.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief


Unilin helpt jou graag verder met je isolatieproject

Downloads

Bekijk onze brochures, technische bestanden en andere documenten.